Rania Schoretsaniti
Haar werken zijn geheime gebeden, symbolische vertellingen over een geleidelijke spirituele opgang, menselijke transcendentie en de vlucht naar het goddelijke.
Haar werken zijn geheime gebeden, symbolische vertellingen over een geleidelijke spirituele opgang, menselijke transcendentie en de vlucht naar het goddelijke. Hoewel ze geïnspireerd zijn door specifieke beelden en persoonlijke ervaringen, vermijdt zij bewust iconografische verhaallijnen. Ze zet haar gevoelens en gedachten om in lijnen en abstracte vormen, waardoor de verbeelding vrij blijft.
De Byzantijnse verwijzingen naar de handen van de Maagd Maria en de ladder van Johannes Klimakos worden in haar werk getransformeerd tot hedendaagse overblijfselen, gecodeerde geometrische representaties. Ze worden diagonale lijnen die de blik van beneden naar boven en omgekeerd leiden, en zo het aardse met het goddelijke element verbinden. Ze bevolken haar schilderijen, etsen en mozaïeken. Ze verenigen verschillende beelden tot één schilderachtige compositie en verschijnen, in driedimensionale vorm, in de structuur van haar reliëfs.
De reliëfs zijn bijzondere sculpturale assemblages die zich op de muur ontwikkelen als friezen of zuilen die zich oneindig zouden kunnen uitstrekken. Ze bestaan meestal uit houten, marmeren of metalen elementen die samenklonteren tot een onregelmatige geometrische onderstructuur. De elementen, meerdere trapeziumvormen in verschillende perspectieven en formaten, lijken te draaien en verrijken de constructies met beweging, ritme en energie.
Aanvankelijk verborg zij de onderstructuur van haar werk, waarbij ze de verschillende elementen volledig omhulde met stoffen om zo een compact volume te creëren, een enkel geheel dat verandert met de beweging van de toeschouwer in de ruimte. Haar interesse in de actieve deelname van de kijker bracht haar ertoe de interne structuur te onthullen, waardoor de muur deel werd van de artistieke compositie, spelend met de noties van vol en leeg. De volgende stap in haar artistieke ontwikkeling was het werken met de echte ruimte, met sculpturen die de illusie benadrukken van de voortdurende transformatie van vormen naarmate de visuele invalshoeken zich vermenigvuldigen.
Haar schilderijen, etsen, mozaïeken, reliëfs en sculpturen worden gekenmerkt door een gemeenschappelijke draad: morfologische eenvoud die leidt tot de essentie en spiritualiteit van het beeld. Het zijn allegorieën die functioneren als smeekbeden voor een betere wereld, vol rust en liefde, artistieke bezweringen tegen geweld en de verwoesting die door oorlogen wordt veroorzaakt.